106 | Geef een nieuw wachtwoord op voor het apparaat |
Create a new password for the device |
107 | Wachtwoord voor Beveiligde opslag instellen |
Set Enhanced Storage Password |
108 | Er is te vaak een onjuist wachtwoord opgegeven. |
An incorrect password was entered too many times. |
109 | Geef het h&uidige apparaatwachtwoord op: |
Type ¤t device password: |
110 | Geef de beveiligings-id op die op het apparaat wordt vermeld |
Type the Security Identifier that is printed on the device |
111 | Wachtwoord van apparaat |
Device password |
112 | Herstelwachtwoord |
Recovery password |
113 | Het oude wachtwoord is niet juist. |
Old password is not correct. |
114 | De beveiligings-id is niet juist. |
Security Identifier is not correct. |
115 | Het herstelwachtwoord is opgegeven |
Successfully created recovery password |
116 | Het apparaat voor beveiligde opslag is niet compatibel met deze versie van Windows |
The Enhanced Storage device is not compatible with this version of Windows |
117 | De opgegeven bewerking kan niet worden uitgevoerd. |
Windows could not perform the requested operation. |
118 | Gebruiker van apparaat |
Device User |
119 | U mag van de beheerder geen wachtwoord voor dit apparaat instellen |
Your Administrator has blocked you from setting a password for this device |
120 | (Als u een blanco wachtwoord instelt, wordt wachtwoordbeveiliging verwijderd.) |
(If you set a blank password, password security will be removed.) |
121 | Typ het h&uidige herstelwachtwoord: |
Type ¤t recovery password: |
122 | Het wachtwoord moet minimaal %d tekens bevatten en mag uit letters, cijfers en symbolen bestaan. |
The password should have at least %d characters and can include letters, numbers, and symbols. |
123 | Het wachtwoord mag maximaal %d tekens bevatten en bestaan uit letters, cijfers en symbolen. |
The password cannot have more than %d characters and can include letters, numbers, and symbols. |
124 | De geheugensteun voor het wachtwoord mag maximaal %d tekens bevatten. |
Password hint cannot have more than %d characters. |
125 | Het apparaatwachtwoord is gewijzigd |
Successfully changed device password |
126 | Het herstelwachtwoord is gewijzigd |
Successfully changed recovery password |
127 | (Het nieuwe wachtwoord mag niet blanco zijn.) |
(The new password cannot be blank.) |
128 | Nieuw volume |
New Volume |
144 | De wachtwoorden komen niet overeen |
Passwords did not match |
145 | Het apparaatwachtwoord mag niet blanco zijn |
Device password cannot be blank |
161 | De toepassing om het wachtwoord in te stellen kan niet worden gestart |
Windows could not launch the application to set password |
167 | Kan wachtwoord niet wijzigen |
The password could not be changed |
168 | Kan wachtwoord niet opnieuw instellen |
The password could not be reset |
185 | Beveiligde opslag |
Enhanced Storage |
186 | Apparaatnaam: %s |
Device name: %s |